De Impact van AI op het Strafrecht
Kunstmatige intelligentie (AI) speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Ook binnen het strafrecht wordt AI steeds vaker toegepast. Zo heeft de Rechtbank Rotterdam recentelijk AI gebruikt bij het opstellen van de strafmotivering in een vonnis. AI belooft onder andere processen te versnellen, maar ook om de nauwkeurigheid van bewijsvoering te verbeteren. Dit roept belangrijke vragen op over privacy, transparantie en de betrouwbaarheid van AI-systemen, waardoor advocaten voor nieuwe uitdagingen komen te staan.Toepassingen van AI in het Strafrecht
AI kan juristen bij diverse taken binnen het strafrecht ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het doorzoeken van grote dossiers door verbanden te leggen die niet direct zichtbaar zijn. Dit maakt het een waardevol hulpmiddel dat kan bijdragen aan een efficiëntere werkwijze. Daarnaast kan AI ingezet worden voor routinetaken zoals het analyseren van camerabeelden of het digitaliseren van dossiers.Uitdagingen en Zorgen
Naast de voordelen, brengt de integratie van AI ook uitdagingen met zich mee. Zo maakt AI het mogelijk om tijdrovende taken sneller uit te voeren. Echter, deze snelheid roept ook vragen op over de betrouwbaarheid en transparantie van deze methodes. Een van de grootste zorgen is de zogenaamde ‘black box’ van veel AI-systemen, waarbij het moeilijk is om te achterhalen hoe beslissingen tot stand komen. Zeker in strafzaken, waar veel op het spel staat, is het belangrijk dat beslissingen transparant en controleerbaar zijn. Het gebrek aan transparantie kan juridische vraagstukken oproepen met betrekking tot het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in art. 6 EVRM. Gebruik van AI bij de productie van bewijs kan het voor de verdediging namelijk lastiger maken de betrouwbaarheid van het bewijs te betwisten. Hoewel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nog geen uitspraken heeft gedaan specifiek gericht op AI-bewijs, bieden eerdere uitspraken over deskundigenbewijs relevante handvatten. Zo benadrukt het Hof in Einarsson e.a. t. IJsland (ECLI:CE:ECHR:2019:0604JUD003975715) het belang van betrokkenheid van de verdediging bij de selectie van relevant bewijs, vooral wanneer er sprake is van grote datasets. In Mantovanelli t. Frankrijk (ECLI:CE:ECHR:1997:0318JUD002149793) benadrukte het Hof dat de verdediging betrokken moest zijn bij de productie van deskundigenrapporten, een principe dat ook relevant kan zijn voor AI-bewijs. Dit stelt de verdediging in staat om eventuele fouten, bias of onvolledigheden in het AI-systeem aan te kaarten. Indien deze informatie wordt onthouden, kan dit in strijd zijn met het beginsel van equality of arms en het recht op een eerlijk proces. Er zijn daarnaast zorgen dat AI bestaande vooroordelen overneemt, wat kan leiden tot oneerlijke of discriminerende uitkomsten in het strafrecht. In veel advocatenkantoren speelt AI voorlopig nog een beperkte rol. Jongere medewerkers maken er wel steeds vaker gebruik van, en ook cliënten waarderen dit in toenemende mate. Advocaten kunnen met behulp van AI namelijk efficiënter werken en de belangen van hun cliënten daardoor beter behartigen.AI-criminaliteit
Naast de rol van AI in de advocatuur, brengt het ook nieuwe vormen van criminaliteit met zich mee. Denk hierbij aan deepfakes en gegenereerde stemmen die gebruikt worden bij oplichting. Bovendien worden phisingmails steeds moeilijker van echte berichten te onderscheiden.AI-verordening: Nieuwe wetgeving voor AI in het strafrecht
De Europese Unie heeft met de AI-verordening (AI Act) de eerste wetgeving geïntroduceerd die AI-systemen reguleert. AI-systemen worden hierbij ingedeeld op basis van risico: verboden AI (zoals manipulatieve technologieën), hoog-risico AI (zoals gezichtsherkenning en risicoprofielen in opsporing), en laag-risico AI, waarvoor minder strenge regels gelden. Deze wetgeving vormt een eerste stap van de EU om AI binnen het rechtssysteem te reguleren.Conclusie
De opkomst van AI in het strafrecht biedt zowel kansen als uitdagingen. Waar de technologie kan helpen bij vele taken, roept het ook serieuze vragen op over privacy, transparantie en vooringenomenheid. De komende jaren zal duidelijk worden hoe deze technologie zich ontwikkelt en welke rol zij uiteindelijk in het strafrecht zal krijgen. Mocht u hier nadere vragen over hebben, neem dan vooral vrijblijvend contact op.